maandag 28 juni 2010

Verloren


Dagelijks worden we overspoeld met hartverscheurende beelden op tv. Maar weinig is zo hartverscheurend als het beeld van voetbalfans van de verliezende ploeg na afloop van de wedstrijd. Negentig minuten geleden lag de wereld nog aan hun voeten. Ze wisten het zeker, hun ploeg ging winnen, al moesten ze die bal het doel in schreeuwen.

Een gekke pruik of petje is allang niet genoeg meer. Gisteren stonden tussen de Engelse fans in vol ornaat uitgedoste ridders, compleet met maliënkolders en helmen. Eerder golfden de stars&stripes van de Verenigde Staten door het stadion en het groen van de Mexicanen. Het mocht niet baten. Engeland verloor en ook de Amerikanen en de Mexicanen mogen naar huis.

En daar zit je dan. Heb je 2-1, 3-1 of 4-1 verloren, wat maakt het uit. De geschminkte kleuren van de vlag op je wangen zijn uitgelopen. Je pet is ingedeukt, je toeter ligt ergens zes rijen naar beneden. Heb je al die moeite gedaan om helemaal naar Zuid-Afrika af te reizen, waar het nog ijskoud is ook, en dan verliezen die klootzakken op het veld. Stank voor dank.

Verliezen, wie houdt daar nou rekening mee? Als je er vanuit gaat dat je kunt verliezen in het leven, dan kun je beter meteen ophouden. Het is maar goed dat wij mensen onszelf stelselmatig overschatten. We hopen niet alleen, nee we wéten dat we gaan winnen, dat het goed komt, als we ons best maar doen.

Soms loopt het anders, dan heb je alles gedaan wat je kon doen, en verlies je toch. Dat kan onze geest niet aan, hij crasht, weet zich niet meer op te starten. Het zijn de zwartste momenten in het leven. Dus er moet gewonnen worden, en áls we niet winnen, dan moet daar een aantoonbare reden voor zijn. Een blunderende scheidsrechter bijvoorbeeld.

En dan maar weer zoeken naar lichtpuntjes; er is dan wel verloren, en je moest huilen en je zag er niet uit met je doorgelopen schmink. Maar je was wel mooi met je hoofd op tv. Kun je nagaan, het beeld van jouw verdriet is de hele wereld over gegaan. Dat is dan wel weer een hele troost.

maandag 21 juni 2010

Iets vergeten?


De eindexamens zijn achter de rug, de uitslagen al binnen. Nog nooit in mijn hele bestaan als lerares waren de resultaten zo goed. Ik loop al weken glimmend van trots door de gangen op school. Collega's die het minder getroffen hebben met hun resultaten zijn de grijns op mijn gezicht meer dan zat.

Wie twee klassen minder heeft vanwege de eindexamens, heeft zeeën van tijd over zou je denken. Niet dus. Het is als stoppen met roken. Dan denk je ook dat je een klein fortuin overhoudt aan het eind van de maand omdat je geen sigaretten meer hoeft te kopen. Ook niet waar (schijnt het).

Volgend schooljaar dient zich al weer aan. Wie straks in september goed beslagen ten ijs wil komen, moet nu iets gaan doen. Daarnaast zijn er ook nog artikelen te schrijven, heb ik een computer die eerst geen mail wil ontvangen, maar wel versturen en die later weer wel kan ontvangen, maar ophoudt met ze te versturen. En dan is er natuurlijk ook nog het WK. Heel belangrijk.

Maar er knaagt iets, er is iets. Wat het is, daar kom ik niet helemaal achter. Heel veel tijd om bij dat gevoel stil te staan, heb ik ook niet, want iedere avond val ik uitgeteld in slaap. Ik ken dat zeurderige gevoel, heb het vaker meegemaakt. En als ik zoals vandaag een dag vrij ben, dan daalt het besef in van wat er aan de hand is.

Ik wilde verdieping in mijn leven, toch? Niet alleen maar rennen en jagen, maar stilstaan bij het leven zelf. Ik wilde tijd maken voor God, iedere dag, omdat ik daardoor een gelukkiger mens word. Lezen, gebed, ruimte in mijn hoofd om gedachten te laten ronddwalen. Dàt is wat ik wil, wat ik belangrijk vind. Ik wil niet op een ochtend wakker worden en merken dat het tien jaar later is, zonder dat ik me kan herinneren wat ik in de tussentijd gedaan heb. Zonder dat ik het doorheb, vliegt mijn leven bijkans uit de bocht. Ik voel me schuldig als ik een middagje bij vrienden niets anders doe dan in de zon van een glas wijn genieten.

Monniken bidden zeven keer per dag. Zeven keer per dag moeten zij dat wat ze aan het doen waren; slapen, eten, werken, studeren, laten voor wat het is om naar de kerk te gaan. Dat is niet bedacht uit pesterij. Het steeds weer onderbreken van wat je doet heeft een belangrijke functie: zo zul je niet verdrinken in je bezigheden. Iedere keer, al is het maar een kwartier afstand nemen, maakt dat je leert relativeren en je tijd efficiënt indelen.

Ik ben vooralsnog lang niet zo ver. Stilstaan en afstand nemen vind ik het moeilijkste wat er is. De wereld om mij heen beweegt zich voort in de vijfde versnelling en ik doe daar vrolijk aan mee. Morgen maar 's proberen niet te vergeten wat ik ook al weer zo belangrijk vind in het leven en terug te schakelen naar z'n drie.

dinsdag 8 juni 2010

Amin


Maak kennis met Amin, een van mijn leerlingen uit klas 3A3. Amin is groot en rond en sterk als een beer. Zijn bril, waar hij toch al niet zoveel door ziet, is altijd vies. Het lijkt hem niet te deren. In zijn trainingspak kun je hem uittekenen. In zijn zakken een mobiele telefoon, soms twee. Als hij eraan gedacht heeft bij het van huis gaan 's ochtends, is er ook nog wel een pen te vinden in een van die zakken.

Met een spanningsboog van een minuut of twee, is hij een typische 'basisberoeps'-leerling, het laagste niveau van het vmbo. Amin houdt meer van grappen maken dan van leren, meer van praten dan van luisteren, is beter in een ander vertellen wat hij moet doen dan dat hij zelf in actie komt. Maar hij is niet dom, zeker niet. Hij denkt na over de wereld, heeft over alles een goed onderbouwde mening, hij weet wat hij wil.

Ontelbaar zijn de aanvaringen die ik met hem gehad heb. Alleen al de vraag of hij ergens anders wilde gaan zitten in het lokaal, kon leiden tot oorlog. Amin heeft zo zijn eigen plan, en laat zich daar niet van af brengen. Als dat leidt tot verwijdering uit de klas, tot schorsing zelfs, dan is dat maar zo. Hij schrikt er niet voor terug om met wie dan ook in discussie te gaan, tot de directeur aan toe, overtuigd als hij is van zijn eigen gelijk. En het vervelende is, Amin hééft ook meestal gelijk.

Langzaamaan kwamen we erachter dat we van die grote mond en dat gelijk van 'm gebruik moesten maken. Ik stopte met hem te beschuldigen van alles wat niet goed ging, maar spande hem voor mijn karretje; de eerste van de klas die een spreekbeurt moest houden, de school rond om geld in te zamelen voor een goed doel, Amin doet het zonder problemen. Afgelopen maandag stond hij voor veertig leerlingen te vertellen over het project dat ze zouden gaan doen. Hij deed het glansrijk.

Hij heeft geleerd zich in te houden, is rustiger. Het gaat nog wel eens mis, maar hij doet zijn best. En als het even niet gaat, hoef ik hem maar aan te kijken en dan weet hij wat ik bedoel. Van een ongeleid projectiel is hij in een paar maanden tijd veranderd in een fantastisch, lief en uniek kind. Of, eigenlijk was hij dat natuurlijk al, het kwam er alleen niet uit. Als ik Amin zie, weet ik weer waarom ik het onderwijs op deze school zo verschrikkelijk leuk vind.

woensdag 2 juni 2010

Over de streep


Ik geef niet snel adviezen om een bepaalde film te gaan zien of een zeker boek te lezen. Boeken of films waar ik weg van ben, vinden anderen meestal saai en oninteressant, en dat verdraag ik slecht. Maar nu wel een advies om te gaan kijken: op Uitzendinggemist.nl de documentaire Over de streep.

Een groep leerlingen uit een derde klas op een Amsterdamse middelbare school wordt een dag lang onderworpen aan een Amerikaanse methode om elkaar beter te leren kennen. Meer respect voor elkaar en een einde aan pestgedrag is het doel. Spelenderwijs raken de leerlingen, die soms al jaren bij elkaar in de klas zitten, zo vertrouwd met elkaar dat ze meer vertellen dan ze ooit gedaan hebben.

Het is ontroerend om te zien en te horen wat er werkelijk leeft onder deze pubers. Alle stoerdoenerij, alle façades vallen weg. Na deze dag zullen de leerlingen op een totaal andere manier naar elkaar kijken.

De documentaire laat bijna terloops zien wat deze kinderen allemaal meemaken in hun leven. Ik ervaar het ook bij mij op school vrijwel dagelijks. We foeteren op leerlingen omdat ze te laat komen of omdat ze hun huiswerk niet gemaakt hebben. Maar hoe kan dat ook wanneer ze thuis te maken hebben met drank- en drugsproblematiek, geweld, ruzies, mishandeling, ziekte, dood.

De omstandigheden waaronder sommige van mijn leerlingen opgroeien, gaan ieder voorstellingsvermogen te boven. Het zijn bovendien geen enkele gevallen, en dan nog weet je niet altijd wat kinderen verborgen houden voor de buitenwereld. Wat zo bijzonder is, is ze het vermogen hebben om uit iedere denkbare situatie terug te stuiteren. Ze zijn altijd vrolijk, klagen nooit, gaan braaf een te-laatbriefje halen als de conciërge dat van ze verlangt.

Als leraar vergeet je gemakkelijk dat zij het niet zo getroffen hebben, zoals ik toen ik vijftien was. De tijd en energie ontbreekt me soms om iedereen de aandacht te kunnen geven die die verdient. Maar ik weet uit ervaring dat achter ieder kind een verhaal zit dat vaak heel anders is dan die stoere buitenkant zou vermoeden.

Voor velen is school de enige plek waar het veilig is, waar ze vrolijk kunnen zijn, waar ze zichzelf kunnen zijn, en zelfs daar is het niet altijd veilig. Over de streep laat een doodgewone school met doodgewone leerlingen zien op een buitengewone wijze. Ga het bekijken!