woensdag 22 december 2010

De verleiding


Advent en Kerstmis vind ik de moeilijkste feesten van het kerkelijk jaar. In gelovig opzicht dan. Alles en iedereen om mij heen lijkt zich uitsluitend bezig te houden met de vragen, ‘wat moet ik eten’ en ‘wat moet ik kopen’. De vele overdadig ingerichte winkeletalages zijn graag bereid ons daarbij een handje te helpen. De aanleiding van al dit verkoopgeweld, de geboorte van het Kind in een sobere omgeving, leidt doorgaans tot alleen maar meer commerciële overdaad. De advent- en kersttijd worden zo tot suikerzoete consumptieweken waarvan ik meestal blij ben als ze weer achter de rug zijn. Dan kunnen we tenminste weer normaal doen.

Toch heb ik er altijd een ongemakkelijk gevoel bij. Waarom laat ik me in mijn emoties rondom Kerst zo leiden door wat er om mij heen gebeurt? Kan ik me niet naar binnen keren om op zoek te gaan naar een betekenis die mij wél kan raken?

Laatst woonde ik een lezing bij die als titel had ‘Het grote verheugen’. Het had niets met geloof te maken, maar achteraf zag ik toch een verbinding met het goddelijke. Tot mijn grote vreugde kon ik met de woorden van de spreker ook wel iets in het kader van mijn ‘kerstprobleem’ zoals ik het maar even zal noemen. De spreker was een jonge hoogleraar die zich bezighoudt met het onderzoek naar wat verleiding en verlangen doen met een mens. Hij stelde dat een mens gelukkiger is wanneer hij zich ergens op verheugt of ergens naar verlangt, dan wanneer dat verlangen in vervulling gegaan is. Om het simpel te zeggen, we zijn gelukkiger wanneer het cadeau nog ingepakt staat, dan wanneer we het uitgepakt hebben en weten wat erin zit, ook als de inhoud ons bevalt.

Ter illustratie liet hij een filmpje zien van de zogenaamde ‘marshmellow test’. Een kind van een jaar of zes krijgt een snoepje, een marshmellow, met daarbij de boodschap dat hij het nu meteen mag opeten, óf hij mag wachten en dan krijgt hij er later nog eentje bij. Vervolgens verlaat de onderzoeker de ruimte. Via een verborgen camera zie je het verscheurende dilemma van de kinderen: oh, wat ziet dat snoepje er lekker uit, wat zouden zij het graag opeten. Maar de meesten doen het niet. Natuurlijk omdat er een nóg grotere beloning wacht.

Ik heb hartelijk gelachen om de gekwelde kindergezichten, maar deze test is geen flauwekul. Wij worden in ons leven dagelijks blootgesteld aan verleidingen, wij verheugen ons op van alles en nog wat. De vraag is, hoe wij daarmee omgaan. Zijn wij steeds bezig onze verlangens te vervullen, of zijn we sterk genoeg om daar af en toe van af  te zien? Advent en Kerst zijn bij uitstek tijden van verwachting, van verlangen én van verleiding. De winkeletalages verleiden mij tot meer willen, meer kopen. En de ervaring leert, dat hoe meer ik daaraan toegeef, hoe ontevredener ik word. Ook voor mij geldt de uitdaging om al het lekkers dat voor het grijpen ligt, te laten liggen en mij te richten op de grotere beloning die in het verschiet ligt. Alleen dan kan Kerstmis werkelijk een feest zijn, alleen dan geef ik inhoud aan de verwachtingsvolle tijd die advent hoort te zijn. Nu oefen ik me erin om de spreekwoordelijke marshmellow af en toe eens te laten liggen. Dat valt niet mee, maar het geeft wél een zekere invulling aan deze adventstijd.

Tekst van mijn column in het Belgische blad Tertio.

maandag 13 december 2010

Op bezoek in de echte wereld


We gingen op bezoek bij een bedrijf. In het kader van een training sociale vaardigheden voordat onze leerlingen op stage gaan (pet af als je binnenkomt, de ander aankijken als die je een hand geeft, je naam zeggen, telefoon uit en in je jaszak laten, jas uit, etcetera, ecetera).

Zo togen twee docenten, een stagiare en zeventien leerlingen op een koude ochtend naar het hoofdkantoor van de Nuon; een groepje wilde apen losgelaten in de echte wereld. In ieder geval, zo leken de Nuon-medewerkers erover te denken, getuige de vele verbaasde gezichten die ons aanstaarden vanachter hun met plastic lamellen behangen ramen van hun kantoortuinen.

De klas mocht plaatsnemen in een zaaltje met gipsplaten en tl-bakken aan het plafond, linoleum op de vloer en grijze kantoormeubelen. Ook hier weer: werknemers die ons verschrikt en verbaasd aanstaarden. Alle kamerdeuren potdicht. Ik vroeg mij af, zouden wij ook met zoveel argwaan bekeken worden als ik hier met een klas vol hoogblonde kinderen was gekomen?

De leerlingen hadden een presentatie voorbereid over wat ze de afgelopen weken geleerd hadden. Braaf lazen ze hun powerpointsheets voor. Ze deden enorm hun best om rustig te blijven zitten, ook toen er een saai filmpje over Nuon (zonder geluid) werd gedraaid.

Na anderhalf uur zat het bezoek er weer op. Zowel leerlingen als ik waren blij dat we weer lekker terug naar onze eigen gekke school mochten. Met zijn brommer op alleen het achterwiel ('wielie trekken') racete Rachid het terrein af. Als er ooit nog een vervolg komt op 'Debiteuren, crediteuren' van Jiskefet dan weet ik de perfecte locatie.