zaterdag 17 september 2011

Wat je raakt-deel 2


Beelden, teksten, muziek, zinnen, woorden, kleuren, geuren, die je ooit ontdekt hebt, waar je ooit tegenaan gelopen bent en die sindsdien regelmatig in je hoofd ronddwalen. Daar wil ik het in deze kleine serie blogs over hebben. Hierboven is een van die 'iconen' te zien die mij ooit geraakt hebben en die mij sindsdien niet meer losgelaten heeft.

Op het schilderij staat Louise Jopling afgebeeld, een Engelse kunstenares en voorvechtster van vrouwenrechten. In 1879, Jopling was toen 36 jaar oud, schilderde John E. Millais haar portret. Ik zag het schilderij voor het eerst een aantal jaar geleden op een overzichtstentoonstelling van Millais in het Van Gogh museum. Afgelopen voorjaar ben ik haar weer gaan opzoeken in Londen, waar het schilderij gewoonlijk hangt.

Ik kijk graag naar portretten. De gezichten, de kleding, de houding van de afgebeelde tonen een wereld die de mijne niet is. Maar als het schilderij goed geschilderd is, dan word ik meegenomen in de wereld van de persoon op het schilderij. Ik probeer me een voorstelling te maken van de tijd waarin de persoon tegenover mij geleefd heeft, wat hij of zij gedacht en gevoeld heeft, wat zijn of haar verlangens en angsten geweest zijn. Achter ieder portret ligt een wereld aan ideeën verscholen.

Louise Jopling leefde in een tijd waarin vrouwen nog geen stemrecht hadden en zich letterlijk en figuurlijk niet vrij konden bewegen. Letterlijk, omdat de heersende mode voor de vrouw voorschreef dat zij strakke korsetten en breed uitlopende rokken moest dragen. Jopling dacht hier anders over. Zij kocht haar comfortabelere jurken, ook deze die ze op het schilderij draagt, in Parijs. In het dagelijks leven was zij kunstschilder, een beroep dat doorgaans voorbehouden was aan mannen, omdat je er vies van kunt worden. Zij streed voor de rechten van de vrouw.

Dat alles wist ik natuurlijk niet toen ik het schilderij voor het eerst zag. En toch, toch wist ik het op een bepaalde manier wel. Haar stoere houding, de armen losjes achter de rug, haar open blik en kin omhoog, zeggen alles. Hier staat geen bescheiden, verlegen vrouwtje. Millais is erin geslaagd in één beeld haar hele persoonlijkheid te vatten. Meesterlijk.

Ik zou Louise graag gekend hebben. Als ze nu zou leven, zou je met haar een leuke avond in de kroeg kunnen hebben. Geen makkelijke dame, dat niet. Maar verhalen genoeg. Verhalen die je hoort als je maar lang genoeg naar het schilderij blijft kijken.

zondag 11 september 2011

Wat je raakt-persoonlijke iconen


Als kind kende ik de verhalen van Jip en Janneke letterlijk uit mijn hoofd, zo vaak waren ze mij, met dank aan mama en papa, voorgelezen. Ook kon ik hele passages uit Pluk van de Petteflet citeren. Het waren niet zo maar verhalen voor me, niet zo maar boeken. Mijn wereld werd gevuld door de figuren van Annie M.G. Schmidt.

Later raakte ik het kwijt, dat vermogen om in een verhaal te kunnen 'verdrinken'. Nu lees ik een boek, ik kijk een film, ik ga naar een tentoonstelling. Ik vind het mooi, ik kijk of lees geboeid, zo af en toe gefascineerd zelfs, en ga weer over tot de orde van de dag. Volwassenheid doodt de fantasie.

Meestal dan. Maar soms, heel soms blijft een verhaal of een beeld hangen. Afgelopen week zat ik voor de zoveelste keer te kijken naar een fragment uit het tv-programma De vloer op en toen realiseerde ik het me: er zijn boeken, beelden, stukken muziek die ik, zoals vroeger Pluk en Jip en Janneke steeds opnieuw kan lezen, zien of horen. Ze zijn een deel van mij geworden, zoals vrienden deel van je leven kunnen zijn.

Ik wil de komende weken eens wat van die persoonlijke 'iconen' langs gaan. Iconen die ik niet alleen mooi vind, maar die mij werkelijk geraakt hebben en nog raken, waar ik nooit moe van word, waar ik mij maar al te graag mee omring.

Wie doet er mee? Wat zijn jouw iconen?

vrijdag 2 september 2011

Vuur in de keuken


Het Spaanse restaurant El Bulli heeft jarenlang bovenaan de lijst gestaan van beste restaurants ter wereld. Een documentaire over hoe het er in de keuken van El Bulli aan toegaat, draait op dit moment in de bioscopen. Maar wie denkt dat deze documentaire over eten gaat, heeft het mis.

Minutenlang achter elkaar vertoont de film weinig anders dan een stel mannen die gebiologeerd kijken naar iets wat bijvoorbeeld een aardappel of een champignon moet zijn, maar wat als zodanig al lang niet meer te herkennen is. Wat deze heren doen heeft weinig meer te maken met koken zoals wij dat kennen. Ook niet met heel lekker koken. Hier wordt een combinatie van topsport en kunst bedreven. Magie zoals chefkok Ferran Adria het zelf zegt.

De overeenkomsten met het kloosterleven dringen zich aan je op. Een groep van uitsluitend mannen bij elkaar leven voor niets anders dan dat Ene. Ieder voor zich wil de hemel bereiken, maar daarvoor hebben ze elkaar nodig. De concentratie is volkomen. De hiërarchie is streng en onverbiddelijk. Orde, regelmaat en stilte heersen in de tempel waar het allerheiligste zich voltrekt. Het doel: de volmaakte combinatie van smaak, geur, kleur, textuur. Kortom, de totale overrompeling van de zintuigen.

Hoe is het mogelijk dat je je zo totaal kunt overgeven aan die ene fascinatie? Wat is er aan het vak dat deze mannen beoefenen zo mooi dat je er alles voor kunt opgeven? De moordende dwang van het steeds maar weer op topniveau moeten presteren aankunt? Geld of roem kan het niet zijn, om die te verkrijgen zijn makkelijker manieren te bedenken.

In de anderhalf uur die de film duurt, kom ik er niet echt achter. Ik zie het vuur in de ogen van dit groepje mannen, jongens zijn het eigenlijk nog, en ik bewonder ze erom. Geïnspireerd loop ik naar buiten. Van de kookkunst van deze kunstenaars heb ik weinig opgestoken, van hun gedrevenheid des te meer.

maandag 16 mei 2011

Zwemmen


We gingen zwemmen, de klas en ik. Ik had ze maanden geleden al beloofd dat we iets leuks zouden gaan doen. 'Maar wat willen jullie dan,' vroeg ik. Nooit doen natuurlijk, je moet gewoon zeggen dat je gaat bowlen. Maar de klas wilde niet bowlen. Ze wilden zwemmen. In een golfslagbad met glijbaan.

Eerst zouden we in februari gaan, maar dat ging goddank niet door omdat de klas zich in de les bij een collega misdragen had. Toen mochten we niet meer van de teamleider, en ik kon 's nachts weer rustig slapen, zonder visioenen van een peloton ME'ers dat het bad komt ontruimen.

Maar de klas was mijn belofte niet vergeten en vlak voor de meivakantie moest ik er toch echt aan geloven. Ze waren lief bij alle lessen, lief genoeg tenminste om geen straf te krijgen. Ik zou samen met een collega gaan, maar dat  ging op het laatste moment niet door omdat hij les moest geven aan het clubje dat niet mee zou gaan.

'Ga jij ALLÉÉN met 3A3 naar het zwembad??' Grote ogen van ongeloof in de docentenkamer. 'Zit je vrijdag lekker de hele dag op het politiebureau,' grapte een collega. De moed zakte me enigszins in de schoenen, maar ik moest.

Zo toog de juf met vijftien pubers in de bus, in de metro naar het golfslagbad in Amstelveen. Nora, het enige meisje van 3A3, mocht een vriendinnetje meenemen. Om kort te zijn: het was geweldig. Met mijn knullen in de 51 door het keurige Amsterdam-Zuid voelde ik me trots als een aap. Ze waren uitgelaten alsof we op wereldreis gingen.

In het zwembad eerst tienduizend keer van de glijbaan af natuurlijk. En dan vooral kijken of de juf kijkt. Ja hoor, juf heeft gezien hoe stoer jij van de glijbaan kunt. (Ze zijn dan wel vijftien, maar soms lijken ze niet ouder dan vijf.) Daarna de golven in, het bubbelbad en de duikplank af. Af en toe even kijken of juf er nog is. Ik zwaai. Alles is goed.

Na twee uur ravotten heeft de kudde honger. Ik koop patat-met voor ze. Als uitgehongerde hamstertjes zitten vijftien rillende lijfjes achter hun plastic bakjes friet. Ik krijg bijna tranen in m'n ogen van ontroering.

Om vijf uur vindt juf het mooi geweest. De meesten blijven nog. Roepen stoer dat ze zelf wel thuis komen. 'Wel op tijd op school morgen hè!' roep ik nog. 'Maak je geen zorgen juf,' roepen ze vanaf de trap naar de glijbaan. Nee, juf hoeft zich inderdaad nergens zorgen om te maken. Glimmend van trots verlaat ik het zwembad.

maandag 18 april 2011

De goede week


Het is zover. Dit is de week, nu is het moment. Ieder jaar weer word ik erdoor geraakt. Het verhaal dat zich deze week zal uitrollen. We kennen de afloop, we kennen de stappen erheen. Maar dat doet er niet toe. Het is ieder jaar weer nieuw, ieder jaar weer even intens.

Gisteren, palmzondag, hebben we al een voorproefje gekregen op het hele verhaal: de intocht in Jeruzalem, het laatste avondmaal, het verraad, de veroordeling en tenslotte het lijden. Is het een verhaal? Jazeker. Maar het is een verhaal dat nooit af is, omdat het ook over mij gaat, omdat het nog altijd gebeurt. We zijn dezelfde mensen als zij toen, met dezelfde emoties en angsten.

In de vieringen krijgen we de verhalen te horen en we zingen erover. Voor preken is even geen plaats. Wat kun je er ook over zeggen? Het verhaal spreekt voor zich. Wat het je zegt, of het je iets zegt, zegt meer over jezelf dan over het verhaal. Daarmee is het mijn verhaal. Waar sta ik? Durf ik als het erop aankomt onder het kruis te blijven staan, of vlucht ik weg, net zoals de meesten?

Het barst deze dagen van de symboliek in de kerk: gisteren hadden we palmtakken in onze handen, vrijdag zal het een kruis zijn. Donderdag zullen we waken, evenals zaterdag. En dan, op zaterdagnacht zullen vuur en water, licht en duisternis de ruimte vullen.

Maar zover is het nog niet. Deze week is de week van het wachten, de week waarin alle lijden van de wereld samenkomt in die éne mens die zo geleden heeft. Buiten barst de lente in alle hevigheid los, de tegenstelling kan niet groter zijn.

maandag 11 april 2011

Imane



Imane is een vijftienjarig Nederlands meisje dat op een Nederlandse school zit. Ze zit niet op de school waar ik lesgeef en ik ken haar niet persoonlijk. Ik ken haar slechts uit de krant. Imane zit op het Don Bosco College in Volendam, een voormalig vissersdorp even ten noorden van Amsterdam. Nu leeft de bevolking voornamelijk van de toeristen die met busladingen tegelijk het pittoreske plaatsje komen bezoeken. De vis speelt echter nog altijd een rol van betekenis in het dorp. Zo is de vader van Imane visboer van beroep.

Imane is een meisje dat goed weet wat ze wil. En op een dag besloot ze om een hoofddoek te gaan dragen, ze is tenslotte moslim. Haar vader vond het niet zo nodig, maar als ze het graag wilde, dan hield hij haar niet tegen. Niets bijzonders, zou je zeggen. Dat ik, en de rest van Nederland, afweet van de beslissing van Imane komt doordat de school haar verbood haar hoofddoek te dragen. Petten, mutsen, brommerhelmen en andersoortige hoofdbedekking zijn in de school verboden, dus ook een hoofddoek, zo redeneert de directie. Ook na vele gesprekken bleef de directie bij haar besluit, en Imane ook, dus nu ligt het geschil bij de rechter*.

De angst voor de hoofddoek steekt de laatste tijd op vele plaatsen in Europa de kop op. Onbekend maakt onbemind, denk ik steeds maar. Wat gaat er door de hoofden van de mensen heen die te vuur en te zwaard dit stukje stof bestrijden? Is het de angst voor radicalisering? Vreest men dat deze vrouwen onderdrukt worden? Of een bom onder hun hoofddoek verbergen?

Op de middelbare school waar ik lesgeef, is zo'n tachtig procent van de leerlingen van islamitische komaf. Ik schat dat de helft van de meisjes een hoofddoek draagt. Nooit, maar dan ook nog nooit heb ik het gevoel gehad dat meisjes met hoofddoek anders zijn, zich anders gedragen, zich minder vrij kunnen bewegen of geïsoleerder zijn dan de meisjes zonder. Mijn gehoofddoekte leerlingen zijn even wereldwijs en evenzeer puber als de rest. Ze zijn evenals mijn andere leerlingen gefixeerd op hun mobieltjes, zitten op meisjesvoetbal of op streetdance, spieken soms bij een toets en lezen Harry Potter.

Er is bij mijn leerlingen thuis vaak veel aan de hand. Ze komen veelal uit grote gezinnen en zijn klein behuisd. Maar nooit krijg ik de indruk dat meisjes met hoofddoek thuis onderdrukt worden, achtergesteld worden. Ze worden ook niet gedwongen om er een te dragen. De hoofddoek is een probleem alleen voor degenen die er van een afstand tegenaan kijken. Bij ons op school wordt er geen probleem van gemaakt, en het is dus ook geen probleem.

Ik vraag me af wat de overwegingen zijn van de directeur van het Don Bosco College. Hij zal Imane goed kennen; zij is geboren en getogen in Volendam en zij zit dus waarschijnlijk al een aantal jaar op die school. Maar de directeur ziet Imane niet, hij ziet een bedreiging, een overtreding van zijn eigenhandig opgestelde regels. Hij is bang dat met het laten vieren van de teugels hij de boze buitenwereld in de school toelaat. Wie verzuimt om mensen te zien als individu, maar slechts als vertegenwoordiger van een groep, maakt vreedzaam samenleven bij voorbaat onmogelijk.

*De rechter heeft inmiddels uitspraak gedaan: Imane mag haar hoofddoek niet dragen op school.

vrijdag 25 maart 2011

Zware tijden



Vrijdagavond. Afgelopen week was het toetsweek op school. Als lerares Nederlands betekent dat dat je begraven bent onder een berg nakijkwerk. Stapels schrijfopdrachten, boekverslagen, werkboekjes, leestoetsen heb ik al weggewerkt de afgelopen dagen, maar het eind is nog lang niet in zicht.

Om de ellende te verzachten staat er meestal een zak drop/m&m's/chips of ander troostvoer naast me. Maar dat gaat nu even niet vanwege de vasten. Tijdens het nakijken (en eerlijk gezegd ook de rest van de dag) denk ik aan niets anders: ik wil zoet! Ik wil chocola!! Ik wil vette happen!!! En ik wil drank!!!! Alles in mij schreeuwt erom. Ik houd het redelijk vol, maar het gaat niet van harte.

Probleem is ook, dat ik nauwelijks tijd heb om me met de innerlijke, geestelijke kant van het vasten bezig te houden. Zonder voedsel in de vorm van opbeurende woorden uit een mooi boek, worden deze weken leeg en zwaar.

Het helpt ook niet bepaald dat er ineens zo'n beetje iedere dag een collega jarig is die uitdeelt op taart, koek, of ander lekkers. De kersenvlaai van woensdag kon ik niet weerstaan, terwijl ik normaal gesproken weinig geef om die chemische donkerrode derrie in een deegjasje.

Ik ploeter voort. Hoe vergaat het jullie?

zondag 20 maart 2011

Stille omgang


Het is vastentijd en bij de vasten hoort voor mij de Stille omgang. Voor wie het niet weet: de Stille omgang is een soort mini-bedevaart door het centrum van Amsterdam. Midden in de nacht welteverstaan. Het draait allemaal om een wonder dat halverwege de veertiende eeuw zou hebben plaatsgevonden. Het is de aanleiding voor een van de vele rijke tradities die er bestaan in de katholieke kerk.

Normaal gesproken ben ik helemaal niet van religieus uiterlijk vertoon. De processies zoals die de laatste jaren weer gehouden worden, met een bisschop voorop en daar een meute schaapachtige gelovigen achteraan is niets voor mij. Maar de Stille omgang is anders. Misschien wel omdat het 's nachts gebeurt. Stil, onopvallend, zonder enig vertoon. Maar omdat je met een paar duizend bent, valt het natuurlijk wel degelijk op.

Voor mij is het een echte vastenoefening; ik ga graag op tijd slapen, als het donker is ben ik bij voorkeur lekker binnen. Maar deze nacht maak ik graag een uitzondering. Is het vals sentiment om het mooi te vinden als tijdens de mis voorafgaand aan de tocht je in een stampvolle kerk met z'n allen het Onzevader zingt? Kippenvel. Het is voor de verandering wel eens fijn om met velen te zijn.

Dan begint de tocht, Kalverstraat, Nieuwendijk, voor het Centraal station langs, Warmoesstraat, Nes. De politie houdt de auto's tegen om de eindeloze stoet doorgang te verlenen. Verkeerschaos voor het CS natuurlijk. Stiekem vind ik het prachtig, jullie wachten maar even.

Aan de andere kant ook altijd weer een licht gevoel van gêne. Door het uitgaanscentrum van de stad lopen tussen veelal oudere mensen, is niet bepaald glamorous. Ook daarom is het voor mij een vastenoefening. Het is een van de weinige momenten in het jaar dat werkelijk uitkom voor mijn geloof.

Na een uur lopen komen we op het Spui aan. Dat was het dan. De touringcars staan klaar om de bedevaartgangers terug te brengen naar Dordrecht, Gouda, Tilburg, Nijmegen en al die andere plaatsen waar vandaan ze gekomen zijn. Ik zoek mijn fiets op en wurm hem los uit het fietsenrek. Dan rijd ik naar huis, slalommend tussen het veelal halfdronken uitgaanspubliek door.

donderdag 17 maart 2011

De eerste week


Is het toeval dat ik me fitter voel dan anders, lichter, vrijer? Komt het door het zachte weer dat hardlopen lekkerder gaat? De eerste week vasten zit er alweer op, en ik vind het nu al jammer dat er straks weer een eind aan komt.

Boodschappen doen is zoveel makkelijker en sneller als je alleen maar de noodzakelijke dingen in huis hoeft te halen. Ik verspil geen tijd meer aan het dralen bij het schap met M&M's, Maltezers, salmiaklolly's en paprikachips. Ik heb er niets te zoeken op dit moment. Nog even naar de Bijenkorf, nog even naar Scheltema; ik zou bijna zeggen dat het gelukkig niet hoeft. Maar ja, het hóeft natuurlijk nooit. Maar waarom doe ik het dan? Omdat het natuurlijk toch fijn is.

Ik heb meer ruimte in mijn hoofd omdat ik even wat minder keuzemogelijkheden heb. Ga ik de stad in of een boek lezen, het is op dit moment niet eens een vraag. Wat een heerlijkheid!

Eten is ook leuker en lekkerder, want als ik eet (gewoon drie keer per dag, hoor) dan zorg ik dat ik ook echt lekker eet. En dan heb ik ook echt trek, dat scheelt er in het gewone leven ook nogal eens aan.

Ik weet wel, het vasten gaat nog wel lastig worden. Komend weekend uit eten bijvoorbeeld; houd ik het bij de spa en de appelsap? Ik vind het vooral zo ongezellig zonder wijn erbij. Maar ja, ik heb het met mezelf afgesproken, en nu ook met jullie die mee vasten.

Mooie teksten lezen over het vasten zijn voor mij wel onontbeerlijk. Lichamelijk vasten vraagt om geestelijke voeding. Ik lees De grote vasten van Alexander Schmemann, een theoloog uit de Russisch Orthodoxe kerk. Hij schrijft prachtig. Bijvoorbeeld:

De grote vasten is het hulpmiddel dat de Kerk ons biedt, de leerschool voor de bekering, het enig mogelijke om Pasen niet louter te beleven als het weer mogen eten en drinken en het goed hebben, maar werkelijk als het sluitstuk van het "oude" in ons, als onze intrede in het "nieuwe".

Valt alles dan mee? Nee, zeker niet. Ik heb een paar hardnekkige verslavingen waar ik me wat meer van zou moeten losrukken. Ze heten internet en iPhone. Kom, nu weg van dat scherm en hier met dat boek!

maandag 7 maart 2011

Wie doet er mee?


Terwijl de zuidelijke helft van ons land momenteel aan het carnavallen is, bereid ik me voor op de - voor mij - mooiste tijd van het jaar: de vastentijd. Woensdag is het aswoensdag. Dan ga ik naar de kerk om een askruisje te halen. Het luidt het begin in van de zeven en een halve week tot aan Pasen, waarin de gelovigen in een tijd van soberheid zich voorbereiden op het grootste christelijke feest: de verrijzenis van Jezus.

Ik neem mezelf, zoals ieder jaar weer, voor om in deze weken niet te snoepen, geen alcohol te drinken, geen nieuwe kleren te kopen, me te beperken in feestjes en borrels. In plaats daarvan probeer ik wat meer rust in mijn dagen in te bouwen. Ik heb een geestelijk boek uitgekozen dat ik de komende weken met aandacht zal gaan lezen. Ik besteed wat meer aandacht aan familie, ik denk wat meer aan degenen die het niet zo getroffen hebben in de wereld als ik.

Waarom ik het doe? Dat is eigenlijk niet uit te leggen zonder dat je het eens geprobeerd hebt. Het is een soort van grote schoonmaak. Het is leven in verwachting: het wordt lente! De wereld ontwaakt weer en in voorbereiding daarop trek ik me nog éven terug. Om het beter te kunnen zien, te kunnen voelen, er helemaal bij te zijn.

Wie vast er met me mee? Je hoeft niet gelovig, niet gek of wanhopig te zijn. Toch wil ik je vragen om de komende weken jezelf iets te ontzeggen. Het hoeft niets groots te zijn, het hoeft niet veel te zijn. Een vriend drinkt in de vastentijd geen koffie. Juist omdat hij het zo lekker vindt. Het is een vorm van jezelf iets kunnen ontzeggen, om er daarna weer extra van te kunnen genieten. Het is een manier om je bewust te worden van alle rijkdom om ons heen.

Dus: wie gaat de uitdaging met me aan? Laat hieronder je reactie achter. Dan kunnen we elkaar de komende weken op de hoogte houden  van hoe het gaat. Het is geen wedstrijd, het is geen dieet, er komt aan het eind geen cameraploeg langs met een grote cheque. Maar een beloning is er zeker. Dat eerste glaasje wijn na zeven weken is het lekkerste dat je ooit gedronken hebt!

Suzanne op tv

Klik op onderstaande link en bekijk een uitzending van het programma Katholiek Nederland kerkt in... Uitgezonden op 6 februari jl.

Pikant detail: ik dacht dat het voor de radio was, toen er ineens een cameraman verscheen. Oeps...

Klik HIER voor de uitzending.

donderdag 13 januari 2011

Een apart soort mensen


Je vindt ze overal. In de stad, op het platteland, in het buitenland zelfs. Die uit Nederland klonteren in het buitenland vooral veel samen op campings in Frankrijk. Hoewel ze aldaar weer niets met elkaar te maken willen hebben. Ze willen namelijk niet geassocieerd worden met al die andere minkukels die veel slechter Frans spreken dan zij en niet weten hoe je je het beste aanpast aan de plaatselijke cultuur. Het tragische is, dat zij dat óók niet kunnen, je haalt ze er in één oogopslag tussenuit.

Als ze nog jonge kinderen hebben, zul je ze niet vinden bij plaatsen van plat vertier als Euro Disney of Mc. Donald's. Nee, een mooie boswandeling, daar kunnen de kinderen nog wat van leren en ze komen nog 's lekker buiten. En de boterhammen nemen ze zelf mee. Die eten ze gezellig op een bankje op.

Ze lezen Volkskrant of NRC, zijn geabonneerd op de VPRO-gids en soms ook nog op de Groene of Vrij Nederland (hoewel de laatste niet meer is wat het geweest is). Ze eten weinig vlees want dat is goed voor het milieu en kopen veel biologisch bij AH of Natuurwinkel. Maar zeg niet dat het geitenwollensokken-types zijn. Zeker niet! Ze lopen er reuze hip bij. De heren met een vrolijk gekleurd overhemd onder hun trui en de dames in moderne vesten met een abstracte broche. Maar ja, hun schoenen verraden ze: ze zijn toch echt een bepaalde leeftijd gepasseerd.

Hun stem is altijd net iets te hard. Bovendien hoor je die ook vaak. Ze weten namelijk alles beter. Ze hebben nu eenmaal veel gelezen. In de tijd waarin de rest van Nederland op de bank Idols of Hollands next top model ligt te kijken, verdiepen zij zich in een non-fictiewerk over de Amerikaanse burgeroorlog of de biografie van Colijn. Films kijken doen ze ook, maar alleen die van kwaliteit. In de Volkskrant minstens vier sterren, anders is het de moeite van het investeren van de tijd niet waard.

Kunnen zij er iets aan doen dat ze hierdoor in de loop van de tijd de hinderlijke eigenschap hebben ontwikkeld om iedereen te verbeteren, aan te vullen, in te lichten? Hun werk gaat buiten het gebouw waar ze hun dagen slijten namelijk gewoon door. De mensheid, of in ieder geval hun eigen omgeving dient opgevoed te worden, en wel door hen.

Misschien hebben ze het daardoor wel zo zwaar. Want zwaar hebben ze het, en ook dat mag de hele mensheid weten. Dat ze iedere dag om een uur of drie al naar huis gaan, wil in geen geval zeggen dat ze een lui leven hebben. Nee, wie dat waagt te beweren, zit er he-le-maal naast. Je moest eens weten wat voor bergen werk er thuis nog verzet dienen te worden. Om van de geestelijke last nog maar te zwijgen. Waar zouden we zijn zonder hen?

Over wie ik het heb? Over leraren natuurlijk. Je herkent ze van een kilometer afstand. Behalve mij. Ik ben héél anders. Als je dat maar weet. En als je dat niet begrijpt, dan kom ik het wel even uitleggen. Ja?! Afgesproken? Kijk me aan als ik tegen je praat!