maandag 16 mei 2011

Zwemmen


We gingen zwemmen, de klas en ik. Ik had ze maanden geleden al beloofd dat we iets leuks zouden gaan doen. 'Maar wat willen jullie dan,' vroeg ik. Nooit doen natuurlijk, je moet gewoon zeggen dat je gaat bowlen. Maar de klas wilde niet bowlen. Ze wilden zwemmen. In een golfslagbad met glijbaan.

Eerst zouden we in februari gaan, maar dat ging goddank niet door omdat de klas zich in de les bij een collega misdragen had. Toen mochten we niet meer van de teamleider, en ik kon 's nachts weer rustig slapen, zonder visioenen van een peloton ME'ers dat het bad komt ontruimen.

Maar de klas was mijn belofte niet vergeten en vlak voor de meivakantie moest ik er toch echt aan geloven. Ze waren lief bij alle lessen, lief genoeg tenminste om geen straf te krijgen. Ik zou samen met een collega gaan, maar dat  ging op het laatste moment niet door omdat hij les moest geven aan het clubje dat niet mee zou gaan.

'Ga jij ALLÉÉN met 3A3 naar het zwembad??' Grote ogen van ongeloof in de docentenkamer. 'Zit je vrijdag lekker de hele dag op het politiebureau,' grapte een collega. De moed zakte me enigszins in de schoenen, maar ik moest.

Zo toog de juf met vijftien pubers in de bus, in de metro naar het golfslagbad in Amstelveen. Nora, het enige meisje van 3A3, mocht een vriendinnetje meenemen. Om kort te zijn: het was geweldig. Met mijn knullen in de 51 door het keurige Amsterdam-Zuid voelde ik me trots als een aap. Ze waren uitgelaten alsof we op wereldreis gingen.

In het zwembad eerst tienduizend keer van de glijbaan af natuurlijk. En dan vooral kijken of de juf kijkt. Ja hoor, juf heeft gezien hoe stoer jij van de glijbaan kunt. (Ze zijn dan wel vijftien, maar soms lijken ze niet ouder dan vijf.) Daarna de golven in, het bubbelbad en de duikplank af. Af en toe even kijken of juf er nog is. Ik zwaai. Alles is goed.

Na twee uur ravotten heeft de kudde honger. Ik koop patat-met voor ze. Als uitgehongerde hamstertjes zitten vijftien rillende lijfjes achter hun plastic bakjes friet. Ik krijg bijna tranen in m'n ogen van ontroering.

Om vijf uur vindt juf het mooi geweest. De meesten blijven nog. Roepen stoer dat ze zelf wel thuis komen. 'Wel op tijd op school morgen hè!' roep ik nog. 'Maak je geen zorgen juf,' roepen ze vanaf de trap naar de glijbaan. Nee, juf hoeft zich inderdaad nergens zorgen om te maken. Glimmend van trots verlaat ik het zwembad.