zaterdag 17 september 2011

Wat je raakt-deel 2


Beelden, teksten, muziek, zinnen, woorden, kleuren, geuren, die je ooit ontdekt hebt, waar je ooit tegenaan gelopen bent en die sindsdien regelmatig in je hoofd ronddwalen. Daar wil ik het in deze kleine serie blogs over hebben. Hierboven is een van die 'iconen' te zien die mij ooit geraakt hebben en die mij sindsdien niet meer losgelaten heeft.

Op het schilderij staat Louise Jopling afgebeeld, een Engelse kunstenares en voorvechtster van vrouwenrechten. In 1879, Jopling was toen 36 jaar oud, schilderde John E. Millais haar portret. Ik zag het schilderij voor het eerst een aantal jaar geleden op een overzichtstentoonstelling van Millais in het Van Gogh museum. Afgelopen voorjaar ben ik haar weer gaan opzoeken in Londen, waar het schilderij gewoonlijk hangt.

Ik kijk graag naar portretten. De gezichten, de kleding, de houding van de afgebeelde tonen een wereld die de mijne niet is. Maar als het schilderij goed geschilderd is, dan word ik meegenomen in de wereld van de persoon op het schilderij. Ik probeer me een voorstelling te maken van de tijd waarin de persoon tegenover mij geleefd heeft, wat hij of zij gedacht en gevoeld heeft, wat zijn of haar verlangens en angsten geweest zijn. Achter ieder portret ligt een wereld aan ideeën verscholen.

Louise Jopling leefde in een tijd waarin vrouwen nog geen stemrecht hadden en zich letterlijk en figuurlijk niet vrij konden bewegen. Letterlijk, omdat de heersende mode voor de vrouw voorschreef dat zij strakke korsetten en breed uitlopende rokken moest dragen. Jopling dacht hier anders over. Zij kocht haar comfortabelere jurken, ook deze die ze op het schilderij draagt, in Parijs. In het dagelijks leven was zij kunstschilder, een beroep dat doorgaans voorbehouden was aan mannen, omdat je er vies van kunt worden. Zij streed voor de rechten van de vrouw.

Dat alles wist ik natuurlijk niet toen ik het schilderij voor het eerst zag. En toch, toch wist ik het op een bepaalde manier wel. Haar stoere houding, de armen losjes achter de rug, haar open blik en kin omhoog, zeggen alles. Hier staat geen bescheiden, verlegen vrouwtje. Millais is erin geslaagd in één beeld haar hele persoonlijkheid te vatten. Meesterlijk.

Ik zou Louise graag gekend hebben. Als ze nu zou leven, zou je met haar een leuke avond in de kroeg kunnen hebben. Geen makkelijke dame, dat niet. Maar verhalen genoeg. Verhalen die je hoort als je maar lang genoeg naar het schilderij blijft kijken.

zondag 11 september 2011

Wat je raakt-persoonlijke iconen


Als kind kende ik de verhalen van Jip en Janneke letterlijk uit mijn hoofd, zo vaak waren ze mij, met dank aan mama en papa, voorgelezen. Ook kon ik hele passages uit Pluk van de Petteflet citeren. Het waren niet zo maar verhalen voor me, niet zo maar boeken. Mijn wereld werd gevuld door de figuren van Annie M.G. Schmidt.

Later raakte ik het kwijt, dat vermogen om in een verhaal te kunnen 'verdrinken'. Nu lees ik een boek, ik kijk een film, ik ga naar een tentoonstelling. Ik vind het mooi, ik kijk of lees geboeid, zo af en toe gefascineerd zelfs, en ga weer over tot de orde van de dag. Volwassenheid doodt de fantasie.

Meestal dan. Maar soms, heel soms blijft een verhaal of een beeld hangen. Afgelopen week zat ik voor de zoveelste keer te kijken naar een fragment uit het tv-programma De vloer op en toen realiseerde ik het me: er zijn boeken, beelden, stukken muziek die ik, zoals vroeger Pluk en Jip en Janneke steeds opnieuw kan lezen, zien of horen. Ze zijn een deel van mij geworden, zoals vrienden deel van je leven kunnen zijn.

Ik wil de komende weken eens wat van die persoonlijke 'iconen' langs gaan. Iconen die ik niet alleen mooi vind, maar die mij werkelijk geraakt hebben en nog raken, waar ik nooit moe van word, waar ik mij maar al te graag mee omring.

Wie doet er mee? Wat zijn jouw iconen?

vrijdag 2 september 2011

Vuur in de keuken


Het Spaanse restaurant El Bulli heeft jarenlang bovenaan de lijst gestaan van beste restaurants ter wereld. Een documentaire over hoe het er in de keuken van El Bulli aan toegaat, draait op dit moment in de bioscopen. Maar wie denkt dat deze documentaire over eten gaat, heeft het mis.

Minutenlang achter elkaar vertoont de film weinig anders dan een stel mannen die gebiologeerd kijken naar iets wat bijvoorbeeld een aardappel of een champignon moet zijn, maar wat als zodanig al lang niet meer te herkennen is. Wat deze heren doen heeft weinig meer te maken met koken zoals wij dat kennen. Ook niet met heel lekker koken. Hier wordt een combinatie van topsport en kunst bedreven. Magie zoals chefkok Ferran Adria het zelf zegt.

De overeenkomsten met het kloosterleven dringen zich aan je op. Een groep van uitsluitend mannen bij elkaar leven voor niets anders dan dat Ene. Ieder voor zich wil de hemel bereiken, maar daarvoor hebben ze elkaar nodig. De concentratie is volkomen. De hiërarchie is streng en onverbiddelijk. Orde, regelmaat en stilte heersen in de tempel waar het allerheiligste zich voltrekt. Het doel: de volmaakte combinatie van smaak, geur, kleur, textuur. Kortom, de totale overrompeling van de zintuigen.

Hoe is het mogelijk dat je je zo totaal kunt overgeven aan die ene fascinatie? Wat is er aan het vak dat deze mannen beoefenen zo mooi dat je er alles voor kunt opgeven? De moordende dwang van het steeds maar weer op topniveau moeten presteren aankunt? Geld of roem kan het niet zijn, om die te verkrijgen zijn makkelijker manieren te bedenken.

In de anderhalf uur die de film duurt, kom ik er niet echt achter. Ik zie het vuur in de ogen van dit groepje mannen, jongens zijn het eigenlijk nog, en ik bewonder ze erom. Geïnspireerd loop ik naar buiten. Van de kookkunst van deze kunstenaars heb ik weinig opgestoken, van hun gedrevenheid des te meer.