maandag 22 maart 2010

Een engeltje en een duiveltje


Ik houd niet van processies, ik houd niet van religieus vertoon, en ik houd al helemaal niet van mensenmassa's. Toch loop ik graag de Stille omgang. Afgelopen zaterdagnacht was het weer zover. Met zo'n achtduizend andere idioten liep ik in het holst van de nacht een rondje door de binnenstad van Amsterdam. Gelukkig was het droog; ik heb deze mini-bedevaart vaak genoeg in de stromende regen gelopen.

De Stille omgang is een katholiek overblijfsel dat een wonder uit de veertiende eeuw in herinnering brengt. Destijds was er een zieke man die de hostie van de pastoor ontving. Omdat hij ziek was, braakte hij hem weer uit. Het braaksel werd door de meid in het vuur gegooid, en o wonder, de hostie bleef boven het vuur hangen en verbrandde niet. Zoiets, geloof ik. Als u het hele verhaal wilt weten, moet u maar even googlen.

Busladingen vol mensen uit alle hoeken van het land komen een keer per jaar midden in de nacht naar Amsterdam om daar naar de mis te gaan en vervolgens een rondje door de stad van ongeveer een uur te lopen. Daarna gaan ze weer naar huis. Een paar jaar geleden heb ik me voor het eerst bij hen aangesloten. Ik dacht, ik moet het toch een keer meegemaakt hebben om te kunnen zeggen dat het vreselijk is.

Maar het was helemaal niet vreselijk. Het eerste wat mij opviel was, dat al die mensen heel normaal uit ogen keken. Geen spoor van eng religieus fanatisme. Ook vond ik het bijzonder om in stilte dwars door de uitgaansbuurt van de binnenstad te lopen. Als een stil, maar krachtig teken. Ik pas met het grootste gemak tussen het kroegvolk, maar deze nacht even niet. Een nacht per jaar sta ik 'aan de andere kant'. Het maakte mij trots.

Zaterdagnacht had ik het zwaar. Ik liep de tocht met een cameraploeg in mijn kielzog (hierover later meer). Ik had de ploeg ervan overtuigd dat het heel bijzonder was, maar al snel werd duidelijk dat ze er niets aan vonden. Bovendien riep iemand, toen wij voorbij kwamen, 'kinderverkrachters'. De pijnlijke realiteit van dit moment.

Zo werd een rondje lopen door Amsterdam een goede test voor de trouw aan mijn geloof: kan ik, ondanks een mokkend gezelschap en een verwensingen scanderend publiek, mijn trots bewaren? Durf ik  nog steeds ervoor uit te komen dat ik om onverklaarbare redenen graag tussen die sjokkende menigte loop? Of pas ik me aan, zet ik mijn stoere gezicht op en doe ik er wat lacherig over, om maar niet buiten de boot te vallen?

Op mijn linker- en rechterschouder zaten een engeltje en een duiveltje. Het engeltje vond dat ik mijn hart moest volgen, het duiveltje zei dat ik daar totaal voor gek liep. Een pittige strijd werd op mijn schouders uitgevochten.

1 opmerking:

  1. Suzanne, of je een engeltje bent wil ik buiten beschouwing laten, het lijkt me echter dat je gewonnen hebt. Gaaf!
    Nico br

    BeantwoordenVerwijderen